In recreatiegebied Vlietland bij Leidschendam-Voorburg en Voorschoten staan veel zieke en dode bomen. Oorzaak is de ziekte essentaksterfte en de slechte staat van de populieren. De hoeveelheid zieke en dode bomen is niet gunstig voor een goede bosontwikkeling. Maar nog belangrijker, omdat Vlietland een recreatiegebied is met veel bezoekers, kan staand dood hout of een instabiel bos gevaarlijke situaties opleveren. Daarom gaat Staatsbosbeheer in opdracht van Provincie Zuid-Holland in het najaar de zieke en dode bomen kappen en nieuwe bomen planten. Dit laat Staatsbosbeheer in een persbericht weten waarin ook de boswachter Jonas Pronk wordt geciteerd. 

“Dit is wel een ingrijpende maatregel die we moeten nemen,” zegt boswachter Jonas Pronk. “Een onafhankelijk adviesbureau heeft onze conclusies bevestigd, en dit jaar nog moet 10% van de bomen eruit. Dat is best veel. Hier komen natuurlijk nieuwe bomen voor terug, maar toch. Je verandert het uitzicht voor omwonenden en bezoekers.”

Tevens vermeldt het persbericht oner andere. "Het gebied is opgedeeld in bosvakken, en in een aantal bosvakken moeten alle bomen verwijderd worden. Alternatieven zijn er niet. Voordat er gevaarlijke situaties gaan ontstaan moeten de bomen eruit. Als dat niet gebeurt, dan moet het recreatiegebied gesloten worden. “En dat is het laatste wat we willen. Het is een recreatiegebied en dat moet toegankelijk blijven voor publiek. Maar het moet wel veilig zijn.”

Reactie directie Vlietland

De directie van Vlietland heeft kennisgenomen van een persbericht van Staatsbosbeheer over de bomenkap in het gebied. “De omvangrijke kapwerkzaamheden die beschreven staan in het persbericht schaden het aanzicht van Vlietland temeer omdat er al zoveel massale bomenkap in Vlietland heeft plaatsgevonden”, laat de directie van Vlietland vanmiddag in een reactie weten. “Betreurenswaardig is ook dat Staatsbosbeheer heeft geweigerd hierover inhoudelijk overleg te voeren. Men volstaat steeds met mededelingen. De direct bij Vlietland betrokken organisaties moeten helaas constateren dat Staatsbosbeheer keer op keer  in gebreke blijft op een redelijke en verantwoorde wijze te communiceren met de omgeving waarin men werkt”.